Zolang de groeivooruitzichten mager zijn, kan het dividend dat beursbedrijven
uitkeren toch enig rendement bieden. Maar ook dat is niet zonder risico.

Gokken op bedrijven die een hoge winstuitkering bieden, in verhouding tot de
beurskoers, kan soms lelijk uitpakken. Daar kunnen aandeelhouders van KPN
van meepraten.

Afgelopen november paaide het telecombedrijf beleggers nog met een dividend
van 35 cent per aandeel. Afgezet tegen de beurskoers van dat moment kwam dat
neer op een rendement van meer dan 7 procent.

Maar de aanhoudende druk op de winst en de relatief hoge schuldenlast noopten
KPN begin dit jaar tot drastische stappen. Het bedrijf versterkt het eigen
vermogen met een grote aandelenemissie en kondigde afgelopen week ook aan
dat het dividend over 2013 en 2014 wordt geschrapt. Een forse domper voor
beleggers.

Het geval van KPN illiustreert dat een hoge winstuitkering op zich niet veel
zegt. Beleggers moeten ook inschatten hoe groot de kans is dat een bedrijf
een stabiel dividend kan blijven uitkeren.

Groeiers versus dividendfondsen

Vaak wordt onderscheid gemaakt tussen aan de ene kant bedrijven die snel
groeien en de winst die ze maken herinvesteren in de onderneming. Beleggers
krijgen dan geen dividend, maar moeten het hebben van mogelijke koerswinst.
Aan de andere kant zijn er bedrijven die in verzadigde markten opereren,
maar wel een sterke marktpositie hebben die stabiele inkomsten oplevert. Zij
kunnen beleggers een reguliere dividenduitkering bieden.

Traditioneel zijn beleggers vanwege de groeiperspectieven bereid meer te
betalen voor bijvoorbeeld hippe technologiebedrijven, dan voor stabiele maar
relatief saaie dividendfondsen. Dat uit zich in de zogenoemde
koers-winstverhouding. Door relatief matige algemene groeivooruitzichten, is
er in de VS echter iets opmerkelijks aan de hand wat dit betreft, signaleert
zakenkrant The Wall Street Journal.

Beleggers betalen bijvoorbeeld voor Ariel-producent Procter & Gamble 18
keer de verwachte winst voor dit jaar. Dit bij een verwachte winstgroei van
zes procent. Voor Google tellen beleggers daarentegen slechts 16,6 keer de
winst neer, terwijl de verwachte winstgroei van de internetgigant dit jaar
op 18 procent ligt.

Reden is volgens de WSJ dat beleggers dermate tuk zijn op fondsen met een
relatief hoog en stabiel dividend, dat ze daar fors voor willen betalen. In
de VS althans, want de vraag is of dit in Nederland ook opgaat.

AEX-fondsen: wat betaal je voor dividend?

Neem je de fondsen van de Amsterdamse hoofdindex, dan valt als eerste op dat
de scheiding tussen snelgroeiende techfondsen en bedrijven met een stabiele
kasstroom en beperkte groei, niet zo scherp te trekken valt. Dit komt vooral
door het ontbreken van techfondsen van het type Google of Amazon in de
Nederlandse context.

Toch is het aardig om de koers-winstverhouding van AEX-bedrijven af te zetten
tegen het dividendrendement. Daaaruit blijkt duidelijk dat beleggers
chipmachinemaker ASML vooral als groeifonds waarderen. Voor ASML wordt ruim
24 keer de verwachte winst dit jaar betaald, terwijl het dividendrendement
op circa 1 procent ligt. Het potentieel moet dus vooral uit de
koersontwikkeling komen.

Energiereus Shell heeft daarentegen meer het karakter van een traditioneel
dividendfonds. Met een verwachte dividendrendement van ruim 5 procent dit
jaar, zijn beleggers bereid ruim acht keer de verwachte winst te betalen.

Levensmiddelen Unilever zit er een beetje tussenin, met stevige groei in
opkomende markten en stagnatie in Europa. Het dividendrendement voor 2013
ligt op ruim 3 procent, maar beleggers moeten wel bereid zijn zo'n 19 keer
de verwachte winst over dit jaar neer te tellen.

Voor de AEX-fondsen lijkt per saldo meer het traditionele beeld op te gaan:
een hoog dividend gaat niet noodzakelijk gepaard met een hoge waardering op
de beurs, en bedrijven met groeipotentieel kunnen wel degelijk een hogere
koers-winstverhouding krijgen.

Lees ook op Z24.nl:

Dit zijn de meest waardevolle bedrijven ooit

Claimemissie KPN: zo werkt het

Van Amazon tot Microsoft: groeiers vs kastoppers

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl